Wie gaat jouw tekst lezen?
Je maakt in STAP 2A jouw keuzes voor de ‘ideale lezer’. Luister naar het geluidsfragment. Realiseer je goed, dat jij keuzes maakt. Deze zijn bepalend voor de tekst die in STAP 3 ontstaat. Maak je geen keuzes? Bedenk dan goed ‘Een tekst voor iedereen, is een tekst voor niemand‘. In de e-learning oefen je hier zelf mee.
Het vastleggen van je lezersprofiel (STAP 2A) is een van de keuzes die je maakt in de tekstvoorbereiding met het TVF, het tekstvoorbereidingsformulier. In het boek ‘Tekststrategie 2020’ vind je uitleg en voorbeelden.
Bekijk het boek Tekststrategie
TVF aanvragen
In deze blog zie je een voorbeeld waarin de schrijver geen keuze heeft gemaakt voor een ideale lezer. Het gevolg is, dat de tekst voor niemand aansprekend is. Het effect is daardoor nul.
Word jij hier blij van?
Sinds je leerde lezen op de basisschool, lees je dagelijks tientallen teksten. Word je daar altijd blij van? Commentaar geven op teksten van anderen, dat doen we allemaal. Kijk maar…
Wat vind jij van de tekst hieronder? Voel jij je aangesproken? Wie is hier de ideale lezer (STAP 2A)? Word jij daar blij van?
Geachte abonnee, kunstenaar, vrijwilliger, belangstellende,
Vanaf de start op 20 februari 2018 van Kunsthal Bohmer boven in Winkelcentrum Licht & Levendig is er heel veel gebeurd. Door middel van deze brief blik ik terug op afgelopen periode en licht ik u in over de aanstaande veranderingen.
De collectie kunstwerken van de stichting Kunst&aardig is vanaf de voorjaarsvakantie in zijn geheel te zien bij Kunsthal Bohmer. (De vele honderden werken die bij abonnees aan de muren hangen of staan daar buiten gelaten). De overige kunstwerken hangen in de Kunstbar, in de Hamsterzaal of staan op de displays. De rest van de collectie is veilig opgeborgen in het naastgelegen depot.
Bezoekers waarderen de grote ruimte van de zaal, de prima lichtinval, de …
Zo’n schrijver wil jij toch niet zijn?
Snap jij het nog? Heb jij zin om verder te lezen?
Wat je hierboven leest, zijn slechts de eerste twee alinea’s van een veel te lange, volstrekt onbegrijpelijke brief. Anderhalve A4 zonder tussenkopjes, opsommingen, illustraties of andere reddingsboeien voor mij als lezer. Voor wie is de tekst bedoeld? Hoe zit dat nou met die collectie? Wat doen die haakjes daar? Schiet mij maar lek…
Welke training kies jij?
Dit soort teksten kom ik overal tegen. Ze ontstaan doordat de zender ‘gewoon begint te schrijven’. De materie zit ongetwijfeld goed in zijn hoofd. Hij is deskundig op zijn vakgebied. De ‘vertaling’ van zijn boodschap naar een tekst is echter nogal ongelukkig. Deze tekst leidt zeker niet tot blije lezers…
Wat hier ontbreekt, is een gestructureerde tekstvoorbereiding. Tekststrategie volgens de methode ‘Drie Denkstappen’ biedt de oplossing. Tekststrategie leidt via sterke teksten naar blije lezers.
Hoe pak je dit aan met tekststrategie?
Een paar opmerkingen over de tekst hierboven. Ik baseer me daarbij op enkele deelstappen uit de methode Drie Denkstappen naar Sterke Teksten:
STAP 2A, ideale lezer
De zender richt zich tot abonnees, kunstenaars, vrijwilligers en belangstellenden. Deze keuze voor vier totaal verschillende doelgroepen reduceert het effect van de tekst bij voorbaat tot nagenoeg nul. Geen enkele lezer voelt dat de brief voor hem/haar bedoeld is. De tekst van ruim 600 (!) woorden geeft de lezer geen enkel houvast in de vorm van tussenkopjes, kaders, opsommingen of andere aanwijzingen. Voor een lezer is deze tekst een puzzel: zoek de juisten stukjes bij elkaar. Dat kán toch niet jouw bedoeling zijn als schrijver.
Advies: Kies voor elke tekst één helder omschreven lezersgroep door een profielschets te maken in STAP 2A van jouw ‘ideale lezer’. Lees hierover meer in het boek ‘Tekststrategie 2020 .
STAP 2B, kernboodschap
De eerste alinea geeft absoluut géén informatie: ‘er is heel veel gebeurd en er gaat iets veranderen…’ Daar heb je als lezer niets aan. Zo’n alinea is een ‘lege verpakking’.
Mijn advies voor elke schrijver is vooraf de kernboodschap te formuleren in maximaal 30 woorden. Vervolgens zorg je voor een passende formulering van die kernboodschap in de eerste alinea van je uiteindelijke tekst. Je geeft op die manier direct antwoord op de belangrijkste lezersvraag ‘Waar gaat dit over’. Lees meer over lezersvragen.
De lezer krijgt in deze brief geen antwoord op zijn lezersvragen. Dat kán ook niet als je vier doelgroepen voor één tekst hebt. De schrijver blijkt voor elke doelgroep een andere boodschap te hebben. Dit maakt de tekst voor alle lezers onaantrekkelijk, ontoegankelijk en onbegrijpelijk.
De boodschap in de tweede alinea (over de collectie) is vermoedelijk voor de abonnees bedoeld, maar begrijp jij die boodschap?
Als team aan de slag met tekststrategie
Herken je de problemen met teksten, zoals hierboven beschreven? Wil je met je team aan de slag met de teksten die binnen jouw organisatie ontstaan? Een inhouse-training met maatwerk oefenmateriaal is dan de ‘route naar blije lezers’.